Half september was er letterlijk een doorbraak in een van de grootste Europese bouwprojecten ooit. De ‘boorploegen’ van Italië en Oostenrijk ontmoetten elkaar onder de Alpen, in voorbereiding op een nieuwe tunnel van maar liefst 64 kilometer lang.

Het project betreft primair een spoorverbinding, waarbij het vooral ook de bedoeling is dat er veel meer vracht door de tunnels vervoerd gaat worden. Daardoor zouden dus minder vrachtwagens nodig zijn op de Brennerpas en dat is dan weer gunstig voor kampeerders en andere vakantiegangers die wél nog op de beruchte pas zijn aangewezen. De volledige Brenner-tunnel gaat 64 kilometer lang worden en aansluiten op de bestaande Inntaltunnel ten zuiden van Innsbruck. Eenmaal in gebruik zal het de langste ondergrondse spoorverbinding ter wereld vormen. In totaal wordt er zo’n 230 kilometer aan tunnels aangelegd, inclusief hoofdtunnels, verkennende werkzaamheden en toegangswegen.

Wanneer de tunnel eenmaal is voltooid, verbindt hij de steden Fortezza in Italië met Innsbruck in Oostenrijk. Passagierstreinen kunnen er nu met een snelheid van maximaal 250 kilometer per uur doorheen rijden. De reistijd tussen de twee steden wordt hiermee teruggebracht van 80 minuten naar 25 minuten. De tunnel ligt op vele honderden meters onder de Brennerpas, waar jaarlijks meer dan 2,5 miljoen vrachtwagens en 14 miljoen andere voertuigen passeren. Als alles volgens plan verloopt, zal de Brenner-tunnel in 2032 opengaan voor treinverkeer.